Stap 1: Kies de druiven
De eerste stap bij het maken van wijn is het kiezen van de juiste druiven. Er zijn veel verschillende soorten druiven, maar niet alle zijn geschikt voor wijnproductie. De belangrijkste factor bij het kiezen van druiven is de suikergehalte. Druiven met een hoog suikergehalte produceren meer alcohol en zijn daarom beter geschikt voor wijnproductie.
Als je geen druiven in je eigen tuin hebt, kun je bij lokale boeren of wijngaarden kijken of ze druiven verkopen. Als alternatief kun je ook druivensap kopen bij een supermarkt of online.
Stap 2: Was de druiven
Was de druiven grondig om vuil en stof te verwijderen. Gebruik hierbij geen zeep of andere schoonmaakmiddelen, omdat dit de smaak van de wijn kan beïnvloeden. Gebruik gewoon water en zorg ervoor dat de druiven volledig zijn afgedroogd voordat je verder gaat.
Stap 3: Verwijder de stelen
Verwijder de stelen van de druiven en plaats de druiven in een grote bak of emmer. Het is belangrijk dat je alleen de druiven gebruikt en niet de stelen, omdat de stelen een bittere smaak aan de wijn kunnen geven.
Stap 4: Pers de druiven
Gebruik een fruitpers of een blender om de druiven te persen. Als je een fruitpers gebruikt, volg dan de instructies van de fabrikant om de druiven te persen. Als je een blender gebruikt, mix de druiven dan tot een pulp en zeef het sap eruit met behulp van een kaasdoek.
Stap 5: Meet de suiker- en zuurgraad
Meet de suiker- en zuurgraad van het druivensap met behulp van een hydrometer en pH-meter. De suikergraad wordt gemeten in Brix, terwijl de zuurgraad wordt gemeten in pH. De ideale suikergraad voor wijn is tussen de 22 en 24 Brix, terwijl de ideale zuurgraad tussen de 3,0 en 3,5 pH moet liggen. Als de suiker- of zuurgraad niet optimaal is, kun je deze aanpassen door suiker of zuur toe te voegen.
Stap 6: Voeg gist toe
Voeg gist toe aan het druivensap. Gist is een micro-organisme dat de suiker in het druivensap omzet in alcohol. Je kunt gist kopen bij een speciaalzaak voor bier- en wijnbereiding of online. Volg de instructies van de fabrikant voor de hoeveelheid gist die je moet toevoegen
Stap 7: Laat de wijn fermenteren
Dek de bak of emmer af met een doek om fruitvliegjes en andere insecten buiten te houden. Plaats de bak of emmer op een koele, donkere plaats en laat het druivensap fermenteren. Het fermentatieproces kan 1-2 weken duren, afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de hoeveelheid suiker in het druivensap. Tijdens het fermentatieproces zal de gist de suiker in het druivensap omzetten in alcohol en koolstofdioxide. Roer het mengsel af en toe om ervoor te zorgen dat de gist goed mengt.
Het is belangrijk om de temperatuur tijdens de fermentatie te controleren om ervoor te zorgen dat deze tussen de 20 en 25 graden Celsius blijft. Dit bevordert een optimale vergisting.
Stap 8: Druk de wijn af
Als het fermentatieproces is voltooid, gebruik dan een doek of kaasdoek om het mengsel af te zeven en de vaste stoffen te scheiden van het vloeibare mengsel. Het vloeibare mengsel is nu wijn.
Stap 9: Laat de wijn rijpen (bottelen)
Giet de wijn in een glazen fles en sluit deze af met een kurk. Bewaar de fles op een koele, donkere plaats om te rijpen. De rijpingstijd kan variëren van enkele maanden tot enkele jaren, afhankelijk van de gewenste smaak en het type wijn dat je maakt.
Stap 10: Tijd om van je zelfgemaakte wijn te genieten!
Na het bottelen kun je genieten van je zelfgemaakte wijn. Proef de wijn en bepaal of deze nog verder moet rijpen. Als de wijn nog niet klaar is om te drinken, laat deze dan nog een paar maanden rijpen voordat je hem opnieuw proeft. Als je tevreden bent met de smaak, kun je de wijn serveren bij een maaltijd of delen met vrienden en familie.